Half vijf, de wekker gaat. Het is zover! Het is 20 mei, de dag van Klimmen tegen MS, de dag van drie keer de Mont Ventoux. Vanaf het moment dat ik besloot om voor een goed doel te gaan fietsen, een jaar geleden inmiddels, is dit de dag waarnaar ik heb toegewerkt en -geleefd. Gelukkig heb ik vrij goed geslapen, maar ik voel de spanning wel. Om vijf uur zit ik aan een flinke bak muesli en daarna kleed ik me rustig aan en maak mijn uitrusting voor de dag in orde. Een blik naar buiten leert dat het helder is. De fikse onweersbui van gisteravond was de laatste stuiptrekking van de weergoden. Bij de toiletten klim ik op het muurtje om naar de Ventoux te kijken. Er is geen wolkje aan de lucht. De top en het observatorium met haar rode knipperlicht steken scherp af tegen de ochtendlucht. "Ik kom eraan!". Iets na zessen rijden we weg naar Malaucene. De Ventoux is steeds in zicht. Het gaat een mooie dag worden. Yes! Op de camperparkeerplaats aan het begin van het dorp verzamelen we. Fietsen worden van auto's geladen, truitjes, mutsjes en handschoenen aangedaan, want het is nog koud. Ik denk zo'n 5 graden. De spanning neemt toe, het gaat nu echt gebeuren.Om 6.45 rijden we door het dorp en slaan af naar de D974 richting Mont Ventoux. De echte start is ongeveer een kilometer buiten het dorp.
Bekijk meer foto's
Vincent is daar al, hij moet voor de fietsers uit de berg op om de eerste verzoringspost in te richten. Hij neemt foto's van ongetwijfeld een strak koppie. Kort na zeven uur blaast Edwin op de toeter en we gaan van start! De klim is nog niet zo steil, het gaat lekker. Ik rijd al wat rijders voorbij en zit redelijk vooraan. Na ongeveer een half uur komt de zon op de berg en ik besluit mijn windjackje en handschoenen uit te doen, voordat ik het te warm ga krijgen. Nog steeds lekker klimmend ga ik verder en haal weer groepen rijders in. Sommigen zitten nu al te hijgen op hun fiets. Dat belooft niet veel goeds voor de rest van de dag.....Na een stukje van 9% vlakt de klim weer wat af en ik rijd een stuk met iemand op. We hebben een gezellig gesprek. Ondanks dat mijn hartslag hoger is dan ik had verwacht op grond van de trainingen (op de steilere stukken rond de 167), heb ik genoeg adem om een gesprek te voeren. Dat zit dus wel goed. Ook de heup houdt zich goed, ik heb er (voorlopig) geen last van. Zo nu en dan ontvouwt zich links een prachtig panorama over de wijde omgeving. Geweldig, dit is genieten! Ik ga nu het steile stuk in. Het kilometerpaaltje geeft 12% aan. Ik weet dat het maar een paar kilometer is, dus even doorbijten. Het gaat nog steeds goed. Net na het steilste stuk, ongeveer halverwege de klim, is de verzorgingspost van Vincent. Ik stap even af om met Vincent te praten en de blaas te legen. Ik voel me nog prima. Ik blijf niet lang hangen en ga weer steil omhoog.
Bekijk meer foto's
Ik focus me op een paar meter voor me en probeer gelijkmatig door te trappen. Niet te vaak naar voren kijken, dat kan demotiveren. Mijn snelheid is nog goed, tegen de 9 km per uur. We rijden nu veel in de schaduw, best fris. Er ligt zelfs sneeuw in de berm. Het weer heeft de afgelopen dagen flink huisgehouden in de omgeving en helemaal op de berg. Gelukkig is de weg sneeuwvrij en is het niet meer glad. Op een gegeven moment kom ik in de zon en is er weer even uitzicht. Plotseling realiseer ik me dat ik niet alleen stapelwolken aan de horizon zie, maar ook besneeuwde bergen. De Alpen! Wow! Alle regen van de afgelopen dagen heeft de lucht schoon gemaakt en het is super helder. Een topdag op de berg. Ik krijg enorm veel energie van dit uitzicht. Bij Mont Serein is het weer een stukje vlakker en ik stap even af om van het uitzicht te genieten. Ik ben niet van plan om als een bezetene die berg op en af te fietsen. Van deze dag wil ik genieten en nu helemaal met dit mooie weer. Ik maak een paar foto's van het uitzicht en als ik me omdraai zie ik het observatiorum boven de bomen uitsteken. Ik vraag een paar supporters om een foto van me te maken met de top in zicht.
Bekijk meer foto's
Het is nu nog 5 km, maar ik herinner me van onze autorit over de top van gister dat dit nog best een steil stuk is. Het gaat naar 8%, maar dat valt mee na de 9-11% van zo-even. Achter me hoor ik een groepje babbelend de berg opfietsen, maar eigenlijk gaat het met mij ook nog heel lekker. Ik rijd een paar Klimmers voorbij en even later sluit zich een man bij me aan. We babbelen wat. Hij is de docent van de groep scholieren die meedoet, dus genoeg om over te praten. Wat gaat het nog makkelijk! Een motard rijd me voorbij een prijst mijn soepele tred. Dat motiveert. We rijden nu een stuk door het bos. Er komt steeds meer sneeuw langs de weg. Als het bos wijkt, is de top vlakbij en ik hef het 'we zijn er bijna' aan. Bij de laatste bocht voor de top, daar waar de satelietbol staat, zie ik een prachtig beeld voor me. De weg, sneeuw, fietsers en daarboven het observatorium. De fotograaf in me staat op en ik stap af voor een foto. En als ik dan toch bezig ben, kan er ook nog een plaatje van het uitzicht bij. Ik klim weer op de fiets en rijd naar boven. Er staat een erehaag van supporters die iedereen met geklap en gejuich binnenhaalt. Wat gaaf! Ik steek een arm in de lucht, ik heb het gehaald. Het is rond 9.15 uur, ik heb er iets meer dan 2 uur over gedaan. Dat is sneller dan gepland. Het gaat goed!! Ik heb me voorgenomen van elke keer dat ik op de top ben een foto te laten maken met een vinger in de lucht voor het aantal beklimmingen. De docent is een gewillig slachtoffer voor het nemen van foto's. Plots zie ik een bekend blauw busje naast me staan. Vincent is ook op de top! Dat is geweldig, dan kunnen we het moment nog even samen beleven. Ik tik op het raam en we vieren de eerste beklimming. Vincent moet snel door voor het inrichten van de volgende verzorgingspost en na een stempel voor het Cingle register te hebben gehaald, trek ik mijn warme kleding aan en ga op weg naar Bedoin. Het is half 10.
Bekijk meer foto's
Tijdens de afdaling naar Bedoin kom ik voor het eerst door het 'maanlandschap'. Er groeit hier werkelijk niets, het is een eindeloze woesternij van geelgekleurde stenen. Vanaf deze kant is het uitzicht ook weer grandioos. De hele Provence ligt aan je voeten. De afdaling is makkelijk en in een paar minuten ben ik bij Chalet Reynard. Het is een graad of 6 a 7 en met een gangetje van rond de 40 km per uur maak je ook nog flink wat wind. Koud dus op de fiets, ondanks een extra trui, windjack, hoofddoek en handschoenen. Bij Chalet Reynard heeft de organisatie een grote verzorgingspost ingericht. Ik stap even af om mijn bidons te laten bijvullen en een krentenbol te nuttigen. De vrijwilligers bij de post zijn erg aardig en behulpzaam. Ik zal ze vandaag nog 3 keer tegen komen, dus groet ze met een 'tot straks'. Ik duik nu het beruchte bos van Bedoin in. Deze helling is steil, bijna onafgebroken gemiddeld 9%. De weg is niet gevaarlijk, maar ik wil geen risico's nemen en rem goed bij. Het is nog steeds koud. Ik houd mezelf voor dat het alleen maar warmer kan worden.....Halverwege begin ik de Klimmers die in Bedoin gestart zijn te zien. Ik kom een paar hardlopers tegen en enkele wandelaars. En een snelle fietser. We groeten elkaar. Ook kom ik Thomas tegen, de handbiker met MS. Wat een prestatie gaat die jongen leveren! Hij heeft een hele entourage om zich heen. De weg is smal en het wordt druk met klimmers en dalers en autoverkeer. Voor mij zie ik iemand sterk remmen en ik neem ook snel gas terug. Ik draai de bocht in en daar staat opeens een hond! Het beest schrikt en gaat aan de kant, er komen net auto's aan. Zou hij het overleven? Ik ben echter al weer meters verder. Het ging te snel om er echt schrik van te hebben en ik had gelukkig voldoende snelheid teruggenomen. Later vertelt Vincent mij dat deze hond helemaal naar de top is gelopen. Bijzonder, hij wilde zeker ook zijn steentje bijdragen. Hoewel de zon schijnt en ik steeds lager kom, blijft het koud. Ik merk dat mijn armen beginnen te beven. Waarschijnlijk is het een combinatie van de kou en het voordurend in de remmen knijpen. Ik kom nu steeds meer fietsers tegen, in korte broek en met blote armen - ik kan me er niets bij voorstellen.
Na iets meer dan een half uur dalen sta ik bij de post in Bedoin. Mijn schoonouders zouden daar zijn en ik hoor inderdaad iemand mijn naam roepen. Op een muurtje in de zon ga ik zitten. Mijn armen beven. Verdorie. Mijn schoonmoeder wrijft me een beetje warm, maar ik blijf beven. Ik bel mijn ouders die mij vanuit Nederland volgen. Via de 'realtimetracker' op mijn telefoon kan het thuisfront mijn bewegingen op de Ventoux zien. Ze hebben mij inderdaad heel mooi op de PC kunnen volgen en weten dat ik veilig en wel in Bedoin zit. Bij het kraampje haal ik mijn tweede stempel. May, de vrouw van Menno die ik ken van Facebook, staat er, dat is even een leuk momentje. Mijn schoonouders hebben mijn eigen sportrepen bij zich en ik vul mijn voorraad aan. Hopelijk houdt door de zon en de ontpanning het beven op. Het wordt wel wat minder, maar het houdt niet over. Op een gegeven moment besluit ik maar weer naar boven te gaan. Met het klimmen in de zon zal ik wel snel weer opwarmen. Ik ga om 11 uur weg, dat is een half uur later dan ik had gepland. Maar nog ruim op tijd om voor 19.32 voor de laatste keer op de top te zijn.
Bekijk meer foto's
De klim vanaf Bedoin bouwt enigszins geleidelijk op. De eerste 5 km gaat van 3 naar 5%. Ook nu rijd ik al gauw weer met iemand op en we delen de ervaringen van de eerste klim en afdaling. Al vrij snel krijg ik het inderdaad weer warm en stroop mijn arm en beenstukken af. Wie weet kleur ik ook nog een beetje bij.... Door de wijngaarden zie ik de top al weer liggen, ongeveer 1600 meter hoger. Na 5 kilometer maakt de weg een bocht en begint het bos met het steile stuk. Ik heb het hoogteprofiel goed in mijn hoofd geprent en weet wat me te wachten staat: bijna 10 km 9 tot 10%! Het is de zwaarste klim, ik heb me er mentaal op ingesteld en hoop rustig en soepel naar boven te kunnen trappen. Toch valt het tegen, het is zwaar. Nu merk ik dat ik toch al 20 kilometer klimmen in de benen heb. Mijn rug begint pijn te doen. Dat is voor mij normaal, je zet veel spanning op die spieren en die gaan op den duur protesteren. Ik ben niet de enige die het zwaar vindt, ik rijd Klimmers voorbij die moeizaam gaan en er staan er in de berm uit te puffen. Ik las ook zo'n rustmomentje in. Even de rug rechten en rustig wat drinken. Uit ervaring weet ik dat zo'n momentje van maar enkele minuten een wonderbaarlijke uitwerking heeft op de rugspieren. Ik ga weer verder en zie uit naar de verzorgingspost halverwege. Wat is dat goed bedacht door de organisatie, het is heel prettig om zo je klim in stukken te kunnen hakken. Onderweg staan regelmatig supporters, die iedereen enthousiast toejuichen. Dat geeft een bijzonder gevoel. Ik groet daarom ook iedereen hartelijk en bedank ze voor hun steun. Bij de verzorgingspost staat een groepje Klimmers uit te puffen. Ik meld dat ik het een sadistische klim vind. Men vindt dat nog heel netjes uitgedrukt. Het lijkt mij een uitstekend moment voor wat sportdrank. Snelle energie en het aanvullen van vocht en mineralen. Want het is warm, het zweet loopt me in de ogen. Au. Ook hier weer zulke behulpzame en aardige vrijwilligers. Desondanks wil ik niet te lang rusten en hoop snel weer in mijn ritme komen. Het is nog 6 km naar Chalet Reynard. Ik weet van de training op de Tacx dat het dan even wat minder steil wordt. Ik kijk op mijn kilometerteller; bij kilometer 59 ben ik daar. Ik kan dus gaan aftellen. Ik ga weer trappen en kom in een ritme. Zo nu en dan zakt het percentage even naar 8%, wat een verademing! Het heeft verder geen zin om uit te zien naar een wat minder steil stuk, dat is er gewoonweg niet. Zo nu en dan fietst mij iemand voorbij. Petje af voor hun soepele tred. Voor mijn gevoel zit ik aardig te stoempen op de fiets. Ik denk aan het geld dat mij is toegezegd voor 3 klims en ben vastbesloten die sponsors daaraan te gaan houden. Al met al gaan de meters redelijk snel voorbij, ik rijd zo rond de 8 km per uur. Op dit stuk kom ik regelmatig de lopers van het evenement tegen. We moedigen elkaar in het voorbijgaan aan. Ongeveer 3 km onder Chalet Reynard wordt het bos wat minder dicht. Van de Tacx weet ik dat je dan nog niet moet gaan hopen op het Chalet, dat is nog wel een half uur fietsen. Maar je ziet hier wel weer de top. Ik stap af bij een groepje supporters en maak een foto. Zij duwen me weer op gang en ik trap het laatste stuk uit. Het bos zit erop! Chalet Reynard is bereikt.
Bekijk meer foto's
Ik laaf me weer aan wat sportdrank, eet wat en steek een reepje bij me. De vrijwilligers geven me bemoedigende woorden mee en met een 'tot straks' begin ik aan het 'maanlandschap'. De laatste 6 km beginnen wat minder steil - 6,7, 8%. Vergeleken met wat ik achter de kiezen heb, voelt dat aangenaam aan. Ik trap in een rustig tempo door. Vincent staat halverwege de top en ik zie ernaar uit hem daar te treffen. Bovendien wordt het tijd voor een sportgelletje; instant energie voor de laatste kilometers. Na elke bocht kijk ik verlangend uit naar de verzorgingspost, maar die staat toch nog pas na het 2 kilometer paaltje. Ik zie Vincent al - ziet hij mij ook? Alsof hij het voelt draait hij zich om, ziet mij en rent naar het busje om een camera te halen. Het is een steil stuk, dus ik ga niet zo snel en Vincent is op tijd om mijn aankomst vast te leggen. Vincent heeft van onze camper een prachtige verzorgingspost gemaakt. Dit plekje was niet echt bedoeld als verzorging, meer als aanmoediging. Maar op dit zware stuk wil men wel graag even afstappen, zitten en wat eten en drinken. Dus met wat eigen initiatief hebben Vincent en Suzanne hun eigen post ingericht. Vincent regelt een gelletje, we maken wat foto's en delen ervaringen. Ik ben blij even te kunnen zitten in de bus. Plots stopt er een andere bus - het zijn onze buren van de camping! Wat leuk. Ik loop snel naar ze toe om ze te begroeten. Wat een toeval dat ze ons hier allebei treffen. We maken foto's we krijgen van hen zelfs nog sponsorgeld. Geweldig! Inmiddels voel ik de energie van het gelletje zijn werk gaan doen, dus ik ga daar gauw van profiteren. De buren beloven me op de top op te wachten. Het is nu nog ongeveer 1,5 kilometer. Ik fiets wat medeklimmers voorbij die het zwaar hebben. Het gelletje heeft werklijk een Popeye-effect en ik ga weer vrij makkelijk. Bij het 1 km paaltje spreek ik mijn medeklimmers moed in: "Het is nog maar 1 km!". Bij het monument van Tom Simpson stap ik even af voor een foto. Dat is toch een beroemd punt op de berg, daar mag je niet zomaar aan voorbij gaan. Twee heren van team Albron, die naar boven lopen, puffen uit op de trap van het monument. Ook hen leg ik nog vast. Bij de Col des Tempetes, ongeveer 600 meter vanaf de top, stap ik nog even af voor het uitzicht. Wat kun je de Alpen mooi zien liggen! Nu gauw weer verder, ik ben er bijna. Ik knijp hem nog even voor de laatste helling, die ziet er bijzonder steil uit. Ik draai de laatste bocht in, pak hem helemaal aan de buitenkant en ga voor de laatste meters. Helaas, het is beredruk op de top met fietsers, lopers, motoren en auto's. Iedereen in de omgeving is naar boven gegaan op deze mooie dag. Ik rijd me vast tussen een auto en enkele supporters.Verdorie, net een paar meter onder de top moet ik afstappen. De supporters vinden het sneu en willen me nog wel op weg helpen, maar dat heeft niet zoveel zin meer. Ik loop dus de laatste stukje naar de kraam van de organisatie. Ik wordt op de foto gezet en ik 'mopper' een beetje over het feit dat ik nu lopend ben vastgelegd. Boven staan de buren weer en maken een foto van mij met 2 vingers in de lucht. Yes! Het is weer gelukt, iets langer dan gepland, maar toch binnen de 3 uur. Niet slecht voor zo'n zware tweede klim. Ik haal een stempel en kleed me weer warm aan voor de afdaling. De buurman is daarbij behulpzaam. Wat een aardige mensen. Nu op voor de laatste beklimming. Dat wordt een makkie, maar 4,3% gemiddeld. 'Appeltje, eitje' hoor ik een man van de organisatie zeggen. Ik groet de buren en ga weer op weg naar Chalet Reynard en naar Sault. Het is 14.00 uur.
Bekijk meer foto's
Ik hoop om 15.00 uur weer met de klim terug te kunnen beginnen. Het is inmiddels wat warmer geworden, dus de afdaling naar Chalet Reynard is niet mee zo koud. Ik stop nog even bij Vincent en suis dan verder naar het Chalet. Ik besluit daar niet te stoppen en laveer me tussen de vele auto's door naar de afslag naar Sault. Het is niet echt meer afdalen, er is nauwelijk helling. Ik moet zelfs bijtrappen. Het wegdek is slecht. Geen grote gaten, maar wel ruw en ongelijk. Dus wel oppassen. In een rustig gangetje ga ik naar beneden en zie onderwijl flink wat Klimmers weer omhoog gaan. Ze zien er niet allemaal meer zo heel fris uit, maar dat is ook niet zo gek. Ik kom Menno tegen, die heeft het er bijna opzitten. De afdaling gaat door het bos. De sfeer is hier heel anders dan bij Bedoin. Veel meer dat van een natuurreservaat. Ik voel mijn blaas opspelen. De hellingen zijn aan beide kanten te steil om achter een boompje te kruipen. Ik zet mijn visier op een plasplekje. Na enige tijd kan ik een sanitaire stop maken en ga weer verder. Het schiet niet erg op. Ik wordt ingehaald, maar de medeklimmer gaat niet veel harder en ik haak bij hem aan. Het wordt iets steiler en we gaan wat harder. Er wordt aan de weg gewerkt en ik vraag me af wanneer we dat mooie nieuwe asfalt gaan krijgen. Pas als we uit het bos zijn, komen we daarop terecht. Dat rijdt meer ontspannen. We gaan nu door de wijngaarden en lavendelvelden, die helaas nog niet bloeien. Het is een prachtige omgeving. Een stuk verder zie ik een dorpje op de helling liggen. Zou dat Sault zijn? Dat is nog een eind weg! Stiekem hoop ik dat er zich nog een plaatsje verschuilt ergens in een kommetje tussen de bomen. Maar helaas, het is inderdaad nog een eind fietsen. Op het laatst moeten we zelfs nog weer omhoog. Ik hoop maar dat het kraampje van de organisatie aan het begin van het dorp staat. Gelukkig, ik zie de vlaggen. Ik ben pas om 15.00 beneden, dat valt tegen. En het betekent dat het ook nog een heel eind terug is. Omdat de klim naar Sault als gemakkelijk bekend staat, had ik me daarop nauwelijks voorbereid. Dit geeft nu wel even een mentaal deukje. Een van de motards merkt op dat ik er een beetje doorheen zit. Dat is waar, maar goed beschouwd niet zo verwonderlijk. De teller staat op 90 km en ik heb al ruim 3000 hoogtemeters in de benen. Mijn schoonouders zijn ook hier weer om me op te vangen. Ik haal even snel een banaan en krentenbol en we delen onze ervaringen. Mijn schoonvader heeft zo'n leuk wit hoedje gekocht, het staat hem goed. Ik monter weer wat op en maak me op voor het laatste stuk. Mijn schoonmoeder vraagt of ik inderdaad doorga. Ja, natuurlijk! Ik ga nu niet meer opgeven. Zo'n dag als vandaag krijg je nooit meer. En ik voel me nog fit genoeg om het te gaan halen. Ik kan er bovendien 4 uur over doen, als het moet.
Bekijk meer foto's
Met in gedachten dat het een klim is van gemiddeld 4,3% en dat dat niets is vergeleken met wat ik al achter me heb liggen, ga ik om 15.30 op weg naar boven. Eerst nog een stukje naar beneden, dat zijn makkelijke meters. Dan begint de klim weer. 5%, 6% - pfoe, dat is nog best aanpoten. Ik schakel al gauw weer naar het kleinste verzet en ga met een gangetje van 11-12 km per uur omhoog. Ik moet alweer een sanitaire stop maken en zie het groepje waar ik achter zat in het bos verdwijnen. Ik klim weer verder. Het blijft tussen de 5 en 7% klimmen. Wat nou, 4,3%? Ik heb dit hoogteprofiel niet in mijn hoofd, dus moet maar zien wat me wacht. Van de afdaling herinner ik me dat het pas hogerop minder steil wordt....Er komt een man met een koningswuppie op zijn helm naast me rijden (later geïdentificeerd als Leonard van Rijn). Ook hij zit er een beetje doorheen. We delen onze ervaring over dit onverwachte steile stuk en de pijntjes die we gaan voelen. Zijn knieën doen pijn, mijn rug begint weer te klagen over het werk dat hij moet verrichten. Mijn hartslag is te laag voor de inspanning die ik lever. Dat betekent dat mijn lichaam moe is. Het is op zich niet erg, het bevestigt wat ik voel. We zetten onze zinnen op de verzorgingspost, daar kunnen we weer even rusten. De teller gaat naar 10 km, het kan niet ver meer zijn. We zien een groepje mensen voor ons, zou dat...ja er zijn ook vlaggen. Ik krijg een flesje AA en drink een deel van dit suikerwater op. De rest doe ik bij het water in mijn bidon. Mijn lichaam gaat nu geen vast voedsel meer verwerken, dus ik moet het op sportdrank en gelletjes gaan doen. De AA heeft me weer een energiestoot gegeven en ik besluit weer snel verder te gaan. Ik hoor dat het nog een klein stukje wat steiler is en dat het dan vlak wordt. Dat moet ook wel, anders kom je nooit aan een gemiddelde van 4,3. Het is nog 10 km tot Chalet Reynard en dan nog 6 naar de top. Ik klim weer makkelijker en na een tijdje zie ik het percentage op mijn fietscomputer zakken naar 4, 3 en 2%. Ik schakel steeds wat zwaarder en ga zelfs naar het middenblad. Ondertussen reken ik uit dat ik als ik op de top ben 106 km heb gefietst. Dat moeten er 136 worden. Dus de afdaling naar Malauce hoort er ook nog bij. Goed, ik ben aan dit avontuur begonnen, dan maak ik het ook af. Opeens zie ik een bekende blauwe bus aankomen. Vincent heeft verlof gevraagd om mij bij te staan op de laatste klim. Toevallig sta ik net bij een parkeerplaats en ik geef aan dat ik daar wacht. Vincent kan een stukje verderop keren. Tijd voor nog maar weer een plasje. De beestjes in de grond zullen getracteerd worden op suikerwater, met al die sportrepen en sportdrank in mijn lijf. Ik ben blij met Vincents aanwezigheid. Dat is een mentale oppepper. Ik leg al mijn overbodige spullen in de bus en we spreken af om bij Chalet Reynard nog even een gelletje te nemen. Ik stap op en rijd als een speer verder. De weg is hooguit 2%, soms zelfs 0, dat gaat lekker. Bij Chalet Reynard zie ik ook de man met de wuppie weer. Ik neem een half gelletje en we wensen elkaar succes. Vanuit Bedoin viel de klim door het 'maanlandschap' uiteindelijk best mee, dus ik zie er niet tegenop. Maar vanuit Bedoin had ik net 9-10% achter de kiezen, nu kom ik van 0 en ga ik weer naar 6-7%......Boem, daar is de man met de hamer.
Oke, doortrappen, het is maar 6 km. Elke meter die ik nu vooruit ga, is er een dichterbij de top. Enkele Klimmers rijden me voorbij. Ze moedigen me aan. 'Klasse" hoor ik er een zeggen. Zij zien waarschijnlijk een klein 'meisje' op de fiets, maar wel een taaie! We zijn met een groepje lotgenoten, we zitten er allemaal doorheen maar vastberaden om door te zetten. Het is even na vijf uur. Als er geen onverwachte dingen gebeuren, gaan we het ruim op tijd halen. Hoewel ik me lichamelijk moe voel, ben ik in mijn hoofd nog fris. Ik heb nog oog voor mijn omgeving, reageer nog alert en kan ondanks alles nog genieten. Dat geeft vertrouwen. Vincent vertelt met later dat ik er ten opzichte van anderen die
hij heeft langs zien komen, nog behoorlijk fris uitzag. Ik ga nu niet veel harder meer dan 6-7 km per uur. We stoppen onderweg even en ook bij de verzorgingspost bij Suzanne puffen we weer uit. De motard is er weer en stelt vast dat ik er nu wel echt doorheen zit. Maar hij ziet ook wel dat het verder nog wel goed zit en dat ik er wel kom. Ongelofelijk wat je nog uit je lijf kunt persen. Ik zie het paaltje met 1 km. Het observatorium komt steeds dichterbij, maar ik zie ook de weg die ik nog moet rijden. Niet kijken, doorrijden. 'Wuppie' stopt nog even bij Tom Simpson, op karakter rijd ik door tot de Col des Tempetes. Tijd voor weer even een rustmomentje. Het uitzicht is nog mooier dan een paar uur geleden. Ik maak zelfs nog snel een paar foto's. Ik ga weer verder en passeer het paaltje 575 meter. Lange meters, dat wel. Ik hoor boven me iemand roepen: Hophophop, Annemarie, hophophop. Dat moet Vincent zijn. Hij schreeuwt me naar boven. Als ik die laatste 11% nog maar haal....onzin, natuurlijk ga ik dat gewoon redden. Ik zie het reclamebordje voor iets op de top, draai de laatste bocht door zover naar buiten als het kan en ga de laatste meters in. Ik hoor Vincent me aanmoedigen. Yes, yes, yes! Ik bal mijn vuist en maak een overwinningsgebaar. Ik heb het gehaald, 3x de Ventoux!!! Ik zie Edwin voor me staan en wil iemand in de armen vallen. Daar is Vincent. Hij is zo trots op me! Geëmotioneerd omhelzen en knuffelen we elkaar. Ik zie 'Wuppie' en omhels hem ook. We hebben samen wat doorstaan, die laatste 20 km. We maken wat overwinningsfoto's en ik haal mijn laatste stempel. De tijd: 18:12 uur.
Bekijk meer foto's
De zon is van de top weg en het is een stuk kouder. Vincent haalt een extra windjackje en een legging. Het zal koud worden naar beneden. We spreken af op de campingplaats in Malaucene en ik vraag Vincent de kachel alvast aan te doen. Een aangenaam vooruitzicht. Oke, daar ga ik dan voor de laatste 20 km. Het is inderdaad koud. Mijn vingers verkleumen aan de remmen, maar remmen is belangrijker dan toegeven aan de kou. Bij Mont Serein staan twee heren van ons groepje bij te komen en ik sluit me aan. Ook zij hebben het koud. De rest van de afdaling valt eigenlijk wel mee. Het is een vrij rechte weg met flauwe bochten, dus je kunt goed dalen. Er is nauwelijks verkeer. Ik schiet door de 50 km per uur en rem toch maar wat sterker bij. Nu geen risico's nemen. Ik doe nog even een schietgebedje voor een beetje zon en dus warmte. Ik wordt verhoord. Met elke meter die ik lager kom wordt het wat warmer. Ik zie op mijn fietscomputer de temperatuur oplopen van 10 naar 11, 12, 13 graden. Ik tel de kilometers af die ik nog moet gaan; 130, 131, 132, het schiet op. Bij de campingplaats staat de motard met een fietser te praten. Hij roept me een felictatie toe. Ik rem af, want verwacht Vincent hier. Ik zie echter geen blauw busje. Ik vraag aan de fietser of hij een blauw campertje heeft gezien. Dat heeft hij, het witte dak was hem opgevallen. Maar die camper was doorgereden. Ik rijd samen met de fietser verder naar Malaucene. Al snel ga ik een stuk harder en bedenk mij dat Vincent waarschijnlijk de camperplaats bedoelde waar we ook gestart zijn. Dat is nog even door het dorp. Bij de afslag het dorp in rijdt een Nederlandse auto met racefiesen acherop achter een fietser aan. Mogelijk ook een deelnemer. Hij rijdt echter heel langszaam en aarzelt te stoppen. Verdorie, rijd nu door! In het centrum kan ik er langs. Nu opletten voor de afslag naar de camperplaats. Daar is die, ik kijk rijkhalsend uit naar een blauw busje met wit dak. Daar! Ik stap af, het is volbracht. Het is even na 19.00 uur. Exact 12 uur na de start. Ik ben moe maar erg voldaan.